| Naam: | Kleefkruid |
| Naam(L): | Galium Aparine |
| Orde: | Gentianales 3.35 |
| Familie: | Sterbladigenfamilie |
| Familie(L): | Rubiaceae 114 |
| Vindplaats: | Eysden Beemden |
| Datum: | 23-05-2007 |
| Voorkomen: | Algemeen |
| Bijzonderheden: | De plant bevat veel haartjes die aan kleren blijven kleven, vandaar de naam. |
| Culinair: | Jonge scheuten en bladeren eetbaar; smaak is licht bitter met zoetige ondertoon. De zaden kunnen geroosterd gebruikt worden als koffiesurrogaat. |
| Medicinaal: | Zuiverend voor de huid en urinewegen; infusie/thee van gedroogde plantdelen; verse plant als sap of kompres. |
| Spiritueel: | In de oudheid zouden herders de harige stengels gebruikt hebben als een ruw zeefje om melk te filteren bij kaasbereiding. In Europa werd de gedroogde gematteerde plantenvacht van kleefkruid gebruikt als vulmateriaal voor matrassen, de harige stengels klitten aan elkaar en gaven een egale massa. |


