| Naam: | Maretak |
| Naam(L): | Viscum album |
| Orde: | Santalales 3.16 |
| Familie: | Sandelhoutfamilie |
| Familie(L): | Santalaceae 62 |
| Vindplaats: | Epen In Populier |
| Datum: | 21-12-2006 |
| Voorkomen: | Plaatselijk algemeen |
| Bijzonderheden: | ”Mar” komt van het Middelnederlands “mere” of “mar” wat boom of stam betekende. Dit verwijst naar het feit dat de maretak vastgehecht is aan bomen, hij groeit epifytisch op een stam of tak van een andere boom. Het achtervoegsel “-tak” is eenvoudig een tak of uitloper. Maretak betekent dus letterlijk “tak die op een boom groeit”. Een parasiet die op een boom leeft, en toch altijd groen blijft. |
| Culinair: | Giftig, niet eetbaar, zelfs in kleine hoeveelheden gevaarlijk voor mens en huisdier. |
| Medicinaal: | Sinds de oudheid ingezet: Bloeddruk verlagend. Rustgevend. Hartversterkend. Epilepsie. Reuma. |
| Spiritueel: | Bij de Druïden was maretak de heiligste plant, zij sneden hem ceremonieel tijdens midwinter met een gouden sikkel. Symbool van leven in de winter omdat de plant groen blijft. Bescherming tegen kwaad, ziekte, bliksem en geesten. Gezien als brug tussen hemel en aarde. Maretak was een vruchtbaarheids symbool; kussen onder de maretak (een laat overblijfsel) komt voort uit het idee dat de plant liefde, verzoening en vruchtbaarheid brengt. Christelijk: De kerk stond wantrouwend tegenover de maretak vanwege de sterke heidense associaties. Volkstradities: Opgehangen bij de ingang als huisbescherming. In sommige regio’s verbrand met Nieuwjaar om het oude jaar te reinigen. Gebruikt in orakel-rituelen. |


