| Naam: | Moerasspirea |
| Naam(L): | Filipendula Ulmaria |
| Orde: | Rosales 3.26 |
| Familie: | Rozenfamilie |
| Familie(L): | Rosaceae 83 |
| Vindplaats: | Almelo Nordhornkanaal Ootmarsum Kanaaloever |
| Datum: | 26-07-2006 |
| Voorkomen: | Algemeen |
| Bijzonderheden: | |
| Culinair: | Smaakprofiel: Geur en smaak doen denken aan: amandel, vanille, honing, soms een vleugje medicinale zoetheid. De aroma’s komen door salicylaten, vanille en coumarinen in de bloemen. Gebruikt in: Thee van bloem of jong blad. Siroop, honingextracten. Desserts. Bier, mede, ale en wijn. Toevoeging aan jam of limonade. In de middeleeuwen een van de drie klassieke kruiden in “gruit” het biermengsel voor de introductie van hop. |
| Medicinaal: | Traditioneel breed gebruikt bij: Koorts, hoofdpijn, gewrichtspijn, reumatische pijn. Als spijsverteringskruid: Verzacht maagzuur, mild adstringerend bij diarree. Ontstekingsremmend bij: Gewrichtspijn, verkoudheid en urineweg infecties. De naam “aspirine” is deels afgeleid van moerasspirea: Spirea = oude genusnaam ”a-spirin” verwijst naar salicylzuur gewonnen uit Spirea-soorten. |
| Spiritueel: | Keltisch: Een van hun heilige kruiden, gebruikt bij huwelijksrituelen. Ierse archeologische vondsten in grafheuvels, mogelijk gebruik bij doden-cultus. Volksmagie: Om huis te reinigen, kwade geesten te weren, vrede en rust te brengen. In bundels in huis gehangen als wierookkruid. Middeleeuwse symboliek: Geassocieerd met vrede en liefde. Geur in huizen en kloosters gebruikt als zuiverend middel. Werd op vloeren gestrooid bij feesten en ceremonies, net als kamille en lavendel. |


