| Naam: | Koningskaars |
| Naam(L): | Verbascum thapsus |
| Orde: | Lamiales 3.37 |
| Familie: | Helmkruidfamilie |
| Familie(L): | Scrophulariaceae 120 |
| Vindplaats: | Meerssen Wegkant |
| Datum: | 09-09-2006 |
| Voorkomen: | Algemeen |
| Bijzonderheden: | Gedroogde stengels werden in vet of was gedoopt en gebruikt als fakkel of toorts bij rituelen rond de zonnewende; vandaar de naam “grote toorts” of “koningskaars”. |
| Culinair: | Bloemen werden soms gebruikt om olie of wijn te aromatiseren; ook voor likeuren en siropen. |
| Medicinaal: | Een van de klassieke geneeskunde al beschreven in het jaar 100. Bloemen en bladeren bij hoest keelpijn, bronchitis, astma en longproblemen. Bloenolie verwarmd en in oor gedruppeld. De zachte bladeren als wondkompres. Werkzame stoffen: saponinen, slijmstoffen en flavonoïden. Ook vandaag nog gebruikt bij hoest, keelpijn of luchtweg infecties. |
| Spiritueel: | Bijna in alle culturen een rituele of spirituele betekenis, zowel voor als na de komst van het christendom. De plant werd beschouwd als zonne- of vuurplant, de gouden bloemen en de kaarsvorm symboliseerden licht, bescherming, reiniging. In de christelijke symboliek het symbool van Christus als het licht van de wereld. In sommige streken wordt ze Aaronskaars genoemd, verwijzend naar de staf van Aaron die opbloeide (Numeri 17:8). |


