| Naam: | Koolzaad |
| Naam(L): | Brassica Napus |
| Orde: | Brassicales 3.29 |
| Familie: | Kruisbloemenfamilie |
| Familie(L): | Brassicaceae 97 |
| Vindplaats: | Schinveld Akkerrand |
| Datum: | 29-10-2006 |
| Voorkomen: | Algemeen |
| Bijzonderheden: | Er bestaan twee varianten: Raapzaad voor olieproductie.( Brassica Napus Napus). Koolraap eetbare knolgroente.(Brassica Napus napobrssica). |
| Culinair: | De koolraap was eeuwenlang een belangrijke wintergroente, in de middeleeuwen armeluisvoedsel, later een volksklasieker in stoofpotten. Jonge scheuten en bladeren konden gebruikt worden als groente. Raapzaadolie werd voor de komst van olijf- en zonnebloemolie gebruikt om te koken en als lampenolie. |
| Medicinaal: | Olie uitwendig gebruikt bij huidirritatie, kloven, wonden en bij oorpijn. Sap van de knol als licht diuretisch; verkoelend bij koorts; tegen hoest of keelontsteking. Blad in papjes tegen reuma of ontstekingen. |
| Spiritueel: | De raap werd gezien als symbool van aarde en overvloed. Tijdens herfstfeesten werd een raap uitgehold en met een kaarsje verlicht, voorloper van Sint-Maarten lampion, daarmee symboliseerde de raap het nieuwe leven. De olie werd kerkelijk gebruikt als lampolie bij altaren, licht dat uit aarde komt. |

